Ook inbrekers hebben Facebook

Myspace, Facebook, Twitter, blogs … Web 2.0 grijpt om zich heen en veel mensen hebben toch minstens één profiel op een sociale netwerksite. Interessant, handig, maar in sommige gevallen misschien ook gevaarlijk.

In de Verenigde Staten – waar anders – heeft een man microblogsite Twitter verantwoordelijk gesteld voor de inbraak in zijn huis. Hij berichtte op zijn Twitter-account over de rit naar zijn vakantiebestemming. Een paar uur later werd zijn huis leeggeroofd.

Dit lijkt een ‘ver van mijn bed' verhaal, maar het kan ook bij ons gebeuren. In het buitenland is er zelfs al spraken van een hogere premie voor de inboedelverzekering van wie actief is op Facebook of Twitter. Zo'n vaart loopt het zeker niet, maar voorzichtigheid is geboden.

Blog

Bloggers vertellen vaak en veel over hun eigen leven en een blog staat meestal onbeschermd op het web. Wie blogt kan maar beter niet zijn echte naam of woonplaats vermelden. Duidelijk aangeven dat je twee weken niet gaat bloggen omdat je op reis bent, is misschien nuttig voor de lezers, maar nog nuttiger voor inbrekers die weten dat ze veertien dagen vrij spel hebben.

Hetzelfde geldt trouwens voor dat concert waar je al weken van tevoren over schrijft. Elke lezer weet dat je op dat moment niet thuis bent. Vroeger moesten inbrekers de rolluiken en de brievenbus in de gaten houden om te weten of je met vakantie bent, tegenwoordig is surfen op het internet al voldoende.

Live

Facebook en Twitter geven de mogelijkheid om korte statusberichten te plaatsen. Dat kan via mobiel internet op een smartphone, maar in veel gevallen ook al via een eenvoudig sms-je op een gewoon gsm-toestel. Wie meldt dat hij op een feestje is en nog lang niet van plan is naar huis te komen, geeft zijn “vrienden” op die manier alle informatie die nodig is om een bezoekje te brengen aan de lege woning.

Op Facebook is er daarenboven ook de mogelijkheid je thuisadres op je pagina te zetten. Als je weet dat 13% van de Facebookers volkomen vreemden toevoegt als “vriend”, is de optelsom snel gemaakt.

Fotosites en filmpjes

Het is natuurlijk heel leuk om ook de foto's van dat laatste feestje online te plaatsen. Fijn voor de mensen die aanwezig waren, maar minstens even fijn voor mensen die uit zijn op dat mooie schilderij aan je muur of het unieke beeldhouwwerkje op je kast. Met een beetje moeite kunnen ze precies zien waar ze alles kunnen vinden, om zo bij een ‘bezoek' nog efficiënter tewerk te gaan.

Filmpjes op sites als YouTube kunnen heel entertainend zijn, maar met dat leuke fragmentje van het ritje in je nieuwe auto, laat je wel meteen zien welke auto je hebt en hoe nieuw en mooi die wel niet is.

Gecombineerd met andere sociale netwerksites waarop je actief bent, kan een inbreker al gauw een beeld krijgen van wie je bent, waar je woont en wat je hebt dat voor hem interessant kan zijn. Als je dan ook nog aangeeft wanneer je wel of niet thuis bent, zet je eigenlijk de kat bij de melk.

Natuurlijk heb je niet alles in de hand. Via Google Maps of Google Street View kan de inbreker uitzoeken hoe hij het beste in jouw achtertuin geraakt of met wat voor wagen je rijdt. Maar door hem alle andere gegevens te ontnemen, maak je het toch net dat ietsje moeilijker.

Beveiligen

De beste raad is natuurlijk zo weinig mogelijk persoonlijke zaken online te zetten: geen adres, geen foto's, geen gegevens over waar je je wanneer bevindt. Wie toch één en ander wil delen, kan best de beveiligingsopties van de websites in kwestie zo goed mogelijk uitpluizen. Door die zo hoog mogelijk te zetten, is het minder eenvoudig voor iemand die je niet kent om jou gegevens te zien.

afdrukken