Welzijn op het werk: wanneer is er sprake van psychosociale risico's?

U bent verplicht zorg te dragen voor het welzijn van uw werknemers. Dit betekent preventiemaatregelen nemen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Een belangrijke hervorming maakt dat u sinds 1 september 2014 als eindverantwoordelijke van het welzijn op de werkvloer oog moet hebben voor alle psychosociale risico's op het werk. Een aanpassing van het arbeidsreglement zal noodzakelijk zijn.

Psychosociale risico's

Werknemers die zich goed voelen op de werkvloer, zijn tevreden werknemers en presteren beter. U hebt er dan ook alle belang bij om psychosociale risico's op het werk te voorkomen, de schade ten gevolge van deze risico's te vermijden of te beperken. Onder psychosociale risico's op het werk verstaan we voortaan de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. Door de terminologie aan te passen, wil de wetgever de preventie van deze risico's verbeteren en de nadruk leggen op het feit dat de psychosociale risico's ruimer zijn dan het risico op geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk dat deel uitmaakt van dit begrip.
Psychische schade kan zich uiten in stress, angsten, depressie, burn-out en op lichamelijk vlak in lichamelijke uitputting, slaapproblemen, verhoogde bloeddruk, ... Naast deze nefaste individuele gevolgen zijn er ook gevolgen op het collectieve niveau, zoals een verslechterde arbeidssfeer en kosten voor de onderneming (bv. absenteïsme en daling van de productiviteit).

Preventie

Alles begint bij preventie. Risicoanalyse van de psychosociale risico's op het werk houdt in dat u nagaat of er binnen uw onderneming gevaren aanwezig zijn of risicofactoren die een invloed kunnen hebben op de gezondheid van uw werknemers. Als u binnen uw interne dienst voor preventie en bescherming op het werk over een preventieadviseur psychosociale aspecten beschikt, moet u die preventieadviseur bij de risicoanalyse betrekken. U moet bijzonder aandachtig zijn voor de maatregelen ten voordele van werknemers die met derden in contact komen (o.a. door het bijhouden van een register). De risicoanalyse en de preventiemaatregelen binnen de onderneming moeten jaarlijks worden geëvalueerd.
Een lid van de hiërarchische lijn of ten minste één derde van de werknemersvertegenwoordigers in het comité kunnen trouwens om een risicoanalyse verzoeken, wanneer zij zelf een gevaar vaststellen of wanneer een werknemer hen daarvan op de hoogte brengt. In dat geval bent u verplicht deze risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie uit te voeren. Die risicoanalyse betreft in hoofdzaak een risicoanalyse op collectief niveau (groepsniveau).

Actiemogelijkheden van de werknemer

De eerste aanspreekpunten van de werknemer blijven de werkgever of de hiërarchische meerdere, een lid van het comité voor preventie en bescherming op het werk of een vakbondsafgevaardigde.
De werknemer kan ook gebruik maken van een specifieke interne procedure (nieuw): hij kan informele psychosociale interventie vragen van een vertrouwenspersoon of de preventieadviseur, en hij kan formele psychosociale interventie inroepen maar enkel bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. Men spreekt niet langer van een met redenen omklede klacht.
Een werknemer beschikt steeds over de mogelijkheid om zelf een beroep te doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk. Wanneer de interventie door de inspectie is mislukt, kan deze dienst een pro-justitia opstellen, welke bij een strafrechtelijke inbreuk wordt bezorgd aan de arbeidsauditeur.
Om een gerechtelijke procedure te vermijden, kan de werknemer ook een beroep doen op een erkende bemiddelaar.

Statuut van de vertrouwenspersoon

De nieuwe wetgeving verduidelijkt de rol van de tussenkomende partijen en past hun statuut aan. Zo is de vertrouwenspersoon bevoegd voor alle psychosociale risico's op het werk maar dan enkel voor wat het informele luik betreft. De aanstelling van een vertrouwenspersoon is niet verplicht. Voortaan kunnen de werknemersvertegenwoordigers binnen het Comité voor preventie en bescherming op het werk wel het principe van de aanstelling van een vertrouwenspersoon opleggen en aan de werkgever vragen dat de vertrouwenspersoon uit zijn functie wordt verwijderd. Vertrouwenspersonen worden ook verplicht tot het volgen van een opleiding van minstens vijf dagen (niet voor zij die werden aangeduid vóór 1 september 2014).

Bescherming van de werknemers

Werknemers die een externe klacht indienen bij de inspectie, politie of het openbaar ministerie, genieten vanaf nu enkel bescherming als die externe klacht werd ingediend nadat is geprobeerd de formele procedure bij de preventieadviseur psychosociale aspecten toe te passen.

Aanpassing arbeidsreglement

De nieuwe reglementering is op 1 september jl. in werking getreden. Binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding moet het arbeidsreglement worden aangepast. Het arbeidsreglement moet de coördinaten vermelden van de preventieadviseur psychosociale aspecten of de dienst voor preventie en bescherming op het werk en, in voorkomend geval, die van de vertrouwenspersoon; en een overzicht van de procedures die de werknemer die psychische schade ondervindt, kan inroepen.

print