Beroepskosten : zijn opleidingskosten aftrekbaar ?

Vandaag de dag moet u steeds maar bijscholen om uw vakkennis op pijl te houden. De kosten daarvoor kunnen hoog oplopen. Gelukkig zijn deze uitgaven vaak aftrekbaar als beroepskosten.

De regel

Kosten die een belastingplichtige maakt zijn maar als beroepskost aftrekbaar voor zover ze in het belastbare tijdperk werden gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verwerven of te behouden. U moet de echtheid en het bedrag van deze kosten bovendien verantwoorden door bewijsstukken of, als dat niet mogelijk is, met andere gemeenrechtelijke bewijsmiddelen.

Een verband met uw beroepswerkzaamheid

De kosten die u wil aftrekken, moeten dus in causaal verband staan met uw beroep. Bovendien moet er ook een 'intentioneel' verband bestaan : u moet de kosten maken met het oog op het verwerven van een belastbaar inkomen. Om te oordelen of er aan deze voorwaarden is voldaan, spelen de concrete omstandigheden uiteraard een belangrijke rol. Er zal dan ook altijd een zekere afweging kunnen plaatsvinden door de administratie.

Kosten die de werkzaamheid voorafgaan

Kosten die een beroepsactiviteit voorafgaan zijn in de regel niet aftrekbaar. Maar let op : uitgaven voor voorbereidende handelingen hebben wel een verband met de beroepswerkzaamheid en zijn wel aftrekbaar.

Conclusie : opleidingskosten zijn...

De algemene regels moeten gewoon worden toegepast. Dit wil zeggen dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen :

kosten gemaakt om een opleiding te volgen die aansluit bij uw huidige job, bv. een specialisatieopleiding. Deze kosten zijn wel aftrekbaar. Niet enkel het inschrijvingsgeld is aftrekbaar, maar ook de andere hiermee verbonden kosten : bv. het cursusmateriaal, verplaatsingskosten, enz.;

kosten voor opleidingen die u volgt met het oog op een carrièrewending. Deze uitgaven worden beschouwd als kosten van persoonlijke aard en zijn niet aftrekbaar.

Tot welke categorie de opleiding behoort, is een feitenkwestie die steeds voor discussie vatbaar is.

Tenslotte nog dit...

Tenslotte herinneren we u eraan dat u altijd de keuze heeft tussen het bewijzen van uw werkelijke kosten of de forfaitaire aftrek van beroepskosten. Indien u uw werkelijke beroepskosten bewijst,  kan u voor het betrokken aanslagjaar uiteraard geen beroep meer doen op het forfait. Als u kiest voor de  aftrek van forfaitaire beroepskosten, hebt u sowieso recht op de aftrek, zelfs als de werkelijke kosten lager of onbestaande zouden zijn. Het forfait is immers een minimumaftrek waar u recht op heeft en wordt door de administratie automatisch toegepast. Het forfait wordt berekend als een percentage van uw inkomsten, met een maximum van 3.670 euro voor werknemers en 2.200 euro voor bedrijfsleiders  (cijfers voor dit aanslagjaar/uw inkomsten uit 2011).

Het bewijzen van de werkelijke beroepskosten is dus enkel interessant indien uw werkelijke kosten hoger zijn dan het forfait. Verlies daarbij ook niet uit het oog dat het bewijzen van uw werkelijke kosten extra administratie en bewijslast met zich meebrengt, en dat u de kans loopt dat de fiscus u zal controleren.

afdrukken