De gevolgen van het niet of laattijdig neerleggen van de jaarrekening

Het opstellen en neerleggen van een jaarrekening is een belangrijke verplichting die binnen strikte termijnen moet worden nagekomen. Het bestuursorgaan heeft er alle belang bij om die termijnen te respecteren gelet op de mogelijke sancties.

Termijnen

Uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar moet het bestuursorgaan de jaarrekening aan de algemene vergadering ter goedkeuring voorleggen. Binnen de dertig dagen na goedkeuring door de algemene vergadering én ten laatste zeven maanden na de afsluitdatum van het boekjaar moet ze worden neergelegd bij de Balanscentrale van de Nationale Bank. Omdat het boekjaar van de meeste vennootschappen samenvalt met het kalenderjaar, moet de jaarrekening dus uiterlijk zijn neergelegd op 31 juli. Voor de neerlegging van uw jaarrekening kan u geen uitstel vragen. Het niet-nakomen of niet tijdig nakomen van de neerleggingsverplichting heeft verschillende gevolgen.

Administratieve sanctie

Vennootschappen die hun jaarrekening te laat of niet indienen, moeten een “tarieftoeslag” betalen. Die toeslag bestaat uit een aanvullende bijdrage in de kosten die de overheid maakt voor opsporing en controle van ondernemingen in moeilijkheden.
De bijdrage bedraagt voor vennootschappen die hun jaarrekening volgens het volledige schema openbaar maken 400, 600 of 1.200 euro naargelang de jaarrekening wordt neergelegd tijdens respectievelijk de negende, de tiende tot twaalfde, of vanaf de dertiende maand na de afsluiting van het boekjaar.
Voor kleine vennootschappen die hun jaarrekening via het verkort schema openbaar maken, zijn de toeslagen verminderd tot respectievelijk 120, 180 en 360 euro.
Let op. De tarieftoeslag is een aftrekbare beroepskost.
Kan u aantonen dat de laattijdige neerlegging het gevolg is van overmacht, dan kan u de terugbetaling van de boete vragen. U moet wel zelf het bewijs van de overmacht leveren en de aanvraag moet minstens volgende gegevens bevatten: de benaming van de vennootschap, het adres en het ondernemingsnummer, de juiste datum van afsluiting, de bevestiging van de neerlegging bij de NBB, het nummer van de bankrekening en de naam van de titularis waarop de terugbetaling kan worden uitgevoerd; en de omstandigheden van overmacht die de terugbetaling motiveren. U stuurt de aanvraag per brief naar de FOD Economie, Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt Cel Jaarrekening, North Gate III, Koning Albert II-laan 16 te 1000 Brussel.

Burgerlijke sanctie

De door derden geleden schade wordt, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit de niet-neerlegging van de jaarrekening binnen de wettelijke termijn. De bewijslast is omgekeerd: de onderneming moet bewijzen dat de niet of laattijdige neerlegging van haar jaarrekening de door een derde ingeroepen schade niet heeft veroorzaakt.

Gerechtelijke sanctie

Een vennootschap die drie opeenvolgende boekjaren geen jaarrekening heeft neergelegd, riskeert een “gerechtelijke ontbinding”. Iedere belanghebbende of het openbaar ministerie kan aan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft de ontbinding vragen, behoudens regularisatie van de toestand tijdens de loop van het geding. Hierbij worden twee procedures gevolgd: vennootschappen die hun jaarrekening drie jaar te laat openbaar maken, worden onmiddellijk gedagvaard; vennootschappen die enkele maanden te laat zijn, worden in gebreke gesteld en krijgen een strafrechtelijke geldboete tot 500 euro. Als zij nalaten de situatie recht te zetten, wordt een financieel onderzoek gestart.

Strafrechtelijke sanctie

Zaakvoerders of bestuurders die de jaarrekening niet neerleggen bij de Nationale Bank binnen de 30 dagen na de voorlegging en de goedkeuring door de algemene vergadering riskeren een geldboete tussen 50 euro en 10 000 euro (te vermenigvuldigen met 5,5). Bovendien kan een gevangenisstraf van één maand tot één jaar worden uitgesproken als zij deze voorschriften met bedrieglijk oogmerk overtreden.  

afdrukken