Wanneer moet u een crisispremie betalen?

Als uw arbeider tussen 1 januari en 30 juni 2010 wordt afgedankt zonder dringende reden, heeft hij recht op een eenmalige crisispremie van 1.666 euro netto. De nieuwe tijdelijke crisismaatregel van de regering wil arbeiders die in deze crisis worden onslagen beter beschermen.

Arbeiders

Elke werknemer met een arbeidsovereenkomst voor werklieden (we spreken dus over arbeiders en niet over bedienden, handelsvertegenwoordigers en dienstboden) waarvan u de arbeidsovereenkomst beëindigt, zonder dringende reden, tussen 1 januari 2010 en 30 juni 2010, heeft recht op een forfaitaire crisispremie. Dit recht bestaat ongeacht of u zijn arbeidsovereenkomst beëindigt met of zonder de naleving van een opzeggingstermijn.

Uw arbeider heeft geen recht op de crisispremie als u zijn arbeidsovereenkomst beëindigt:

tijdens de proefperiode;

bij pensionering;

bij brugpensioen;

bij een herstructurering en hij kan zich inschrijven in een tewerkstellingscel.

Bedrag premie

De forfaitaire vergoeding waarop arbeiders die worden ontslagen zonder dringende reden recht hebben, bedraagt 1.666 euro. De premie komt bovenop de normale opzegtermijnen of -vergoedingen. Bij deeltijdse arbeiders wordt de premie pro rata berekend in verhouding tot zijn contractuele arbeidsprestaties.
De vergoeding wordt fiscaal niet belast (geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd) en is vrijgesteld van sociale bijdragen.

Tussenkomst RVA

De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA) neemt het grootste deel van de financiële last op zich en betaalt 1.111 euro. U betaalt de rest nl. 555 euro. Let op, u moet de beëindiging van de arbeidsovereenkomst aangetekend of bij deurwaardersexploot aan de betrokken arbeider kenbaar maken. Vergeet dit niet want anders moet u de hele premie zelf betalen.

Vrijstelling

In de volgende gevallen moet u niks betalen en zal de RVA de hele premie op zich nemen.

1. U maakt voor de arbeider in 2010 gebruik van de collectieve crisisarbeidsduurvermindering of het crisistijdskrediet; of van de economische werkloosheid en dit gedurende vier weken voor arbeiders met een anciënniteit van minder dan 20 jaar of acht weken voor arbeiders met een anciënniteit van meer dan 20 jaar.

2. Uw onderneming telt minder dan tien werknemers en verkeert in economische moeilijkheden. U dient een aanvraag tot vrijstelling in bij de Commissie Ondernemingsplannen.

print