Jaarrekening: Invullen sociale balans eenvoudiger

De sociale balans bestaat nog maar uit drie in plaats van uit vijf rubrieken. De rubriek met inlichtingen over de opleidingen die uw personeel hebben gevolgd, is volledig vernieuwd en uitgebreid.

De sociale balans is een element van de jaarrekening. Het moet opgesteld worden bij het afsluiten van het boekjaar. Zoals de jaarrekening moet u de sociale balans bekendmaken en meedelen aan de ondernemingsraad of aan de vakbondsafvaardiging als er geen ondernemingsraad is. Bij afwezigheid van een vakbondsafvaardiging, kunnen uw werknemers de balans raadplegen op de plaats waar het arbeidsreglement wordt bewaard. De sociale balans bevat een volledig of een verkort schema, afhankelijk van de grootte van uw onderneming.

Bent u verplicht om een sociale balans op te stellen? Ja, als uw onderneming een jaarrekening moet publiceren. M.a.w. alle rechtspersonen met een commerciële, financiële of industriële activiteit en dit ongeacht het aantal werknemers dat zij tewerkstellen, zijn verplicht om een sociale balans op te stellen.

Werkgelegenheidsmaatregelen

Voortaan moet u in de sociale balans niet meer rapporteren over het gebruik van werkgelegenheidsmaatregelen. De RSZ zal u die gegevens zelf elektronisch bezorgen. U deelt deze informatie vervolgens binnen de maand mee aan de eventuele ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging of aan de werknemers.

Opleidingen

Waar de sociale balans vroeger enkel rekening hield met de 'formele' opleidingen, spelen nu ook de 'informele' opleidingen een rol. Dit is belangrijk om de opleidingsinspanningen juist in te schatten.
Vanaf 1 januari 2009 zijn er sancties voor de sectoren die niet genoeg opleidingen organiseren. Tegen 2010 moet jaarlijks 1 op 2 werknemers een opleiding krijgen en de globale vormingsinspanning moet voortaan elk jaar 1,9% van de loonmassa bedragen. Het is dus zeer belangrijk dat u al uw opleidingsinspanningen nauwkeurig bijhoudt zodat u ze correct kan registreren.

Voor alle opleidingen noteert u de volgende gegevens:

het aantal werknemers/leerjongeren die een opleiding kregen;

het totale aantal werkuren besteed aan de opleidingen;

de totale kostprijs, t.t.z. de brutokosten rechtstreeks verbonden aan de opleiding (b.v. verplaatsing-en verblijfskosten, inschrijfgeld); de betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen (b.v. stortingen voor de opleiding van werknemers naar aanleiding van cao's); subsidies of financiële voordelen; en de nettokosten (brutokosten + bijdragen + stortingen - subsidies). Voor formele opleidingen vult u de kosten gedetailleerd in. Voor informele opleidingen en initiële opleidingen geeft u alleen de totale nettokost op.
Opgelet. Deze informatie moet u opdelen naar geslacht.

Te registreren opleidingen

Drie types opleiding moet u registreren:

formele opleidingen: georganiseerd op een plaats afgescheiden van de werkplek, hetzij door externen, hetzij door het bedrijf zelf;

informele en minder formele opleidingen: die rechtstreeks betrekking hebben op het werk zoals on-the-job-training, coaching, verwerven van knowhow, opleiding door jobrotatie, studiebezoeken, zelfstudie, het bijwonen van conferenties;

initiële beroepsopleidingen: opleidingen die gedeeltelijk bij u op de werkvloer plaatsvinden en bedoeld zijn om een erkend certificaat of diploma te behalen (b.v. de leertijd van Syntra). De hier bedoelde opleidingen dienen minstens zes maanden te duren.

 

afdrukken