Fiscale controle: Fraudetermijnen verlengd

De inkomstenbelasting wordt in principe gevestigd uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Maakt u zich schuldig aan fraude, dan beschikt de Administratie voortaan over een aanslag- en controletermijn van zeven jaar te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar.

Aanslagtermijn

De aanslagtermijn in de inkomstenbelastingen bedraagt drie jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar als u niet of laattijdig uw belastingaangifte indient of wanneer de belasting hoger blijkt te zijn dan de belasting die voortvloeit uit de gegevens die in een naar vorm en termijn regelmatige aangifte voorkomen. Die termijn wordt verlengd tot vijf jaar als de fiscus een inbreuk vaststelt op de bepalingen van het wetboek van inkomstenbelasting of de uitvoeringsbesluiten 'gedaan met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden', m.a.w. bij fraude. Die aanslagtermijn bij fraude is sinds 1 januari 2009 van vijf naar zeven jaar gebracht. Dit betekent dat de fiscus dit jaar op voorwaarde dat hij in hoofde van de belastingplichtige een frauduleuze intentie of het oogmerk om te schaden kan aantonen, kan overgaan tot een belasting van de inkomsten van de inkomstenjaren 2002 tot en met 2008.

Onderzoekstermijn

De verlenging van de aanslagtermijn bij fraude hangt samen met een verlenging van de onderzoekstermijn. Die bedraagt bij fraude nu ook zeven jaar. De fiscus moet u vooraf wel in kennis stellen over de aanwijzingen van fraude. Die aanwijzingen van fraude moeten precies en nauwkeurig zijn.

Bewaringstermijn

Ook de termijn voor het bewaren van boeken en bescheiden aan de hand waarvan het bedrag van de belastbare inkomsten kan worden vastgesteld, wordt verlengd tot zeven jaar. Gegevens met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van uw computersystemen moet u voortaan bewaren tot “op het einde van het zevende jaar of boekjaar volgend op het belastbaar tijdperk waarin het in die gegevens omschreven systeem werd gebruikt”.

Gelijkaardige regeling voor de btw

Begaat u als btw-plichtige een overtreding met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, dan is een verjaringstermijn van zeven jaar van toepassing. De Administratie moet u vooraf, schriftelijk en nauwkeurig van de vermoedens van fraude in kennis stellen. Deze termijn bestond al: wanneer 1° inlichtingen uit het buitenland of 2° een rechtsvordering of 3° bewijskrachtige gegevens aantonen dat belastbare handelingen niet in België werden aangegeven of dat er onrechtmatige belastingaftrekken werden toegepast.

afdrukken