Pensioenfondsen hebben last van de crisis

Eind 2011 moesten 66 van de ongeveer 220 pensioenfondsen een herstel- of saneringsplan opstellen. In 2010 waren dat er nog maar 39. Dat blijkt uit de cijfers die minister van Pensioenen, Vincent Van Quickenborne, bekendmaakte in de Commissie voor Sociale Zaken.

De sterke toename is volgens de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) vooral te wijten aan de daling van de beurzen. Pensioenfondsen beleggen immers zowat een derde van hun reserves in aandelen. De FSMA verwacht niet meteen beterschap in 2012. Maar ondanks de forse stijging van het aantal herstelplannen ziet de FSMA geen grote problemen: "We treden proactief op en er zijn geen liquiditeitstekorten”. In het crisisjaar 2008 moesten nog 115 pensioenfondsen een herstelplan opstellen.

Ook de Belgische Vereniging van de Pensioenfondsen (BVPI) maakt zich geen zorgen. “Werkgevers storten meestal snel bij als er tekorten ontstaan”, aldus voorzitter Philip Neyt.

Minister van Quickenborne sluit uit dat de overheid aanvullende pensioenen zal waarborgen, zoals dat nu gebeurt voor spaargeld. Evenmin wil de minister het wettelijke minimumrendement voor groepsverzekeringen voor groepsverzekeringen verlagen. Verzekeraars hadden begin juni gewaarschuwd dat ze door de aanhoudende lage rente de verplichte rendementen van 3,25% en 3,75% niet meer kunnen betalen.

afdrukken