Codextrein: Eindelijk rechtsgrond voor Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV)

Op 4 mei 2012 (!) lanceerde de Vlaamse regering het 'Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen', met haar ideëen over de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het Vlaamse gewest. Dat mondde uit in het 'Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen', dat op 30 november 2016 werd goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het voorbije jaar zijn de diensten van het departement Omgeving druk bezig geweest met het herwerken van die tekst tot een ontwerp van BRV.Het BRV kon echter niet voorlopig, en al helemaal niet definitief vastgesteld worden omdat daarvoor elke decretale grondslag ontbrak. Die juridische basis wordt nu aangeleverd door de Codextrein. Eindelijk zal duidelijk worden wat het BRV voor iets is, en hoe dat BRV tot stand had moeten komen …    

Strategische visie met beleidskaders

Aangezien het BRV een ruimtelijk beleidsplan is, bestaat het noodzakelijkerwijze uit een strategische visie, met één of meerdere beleidskaders, en wordt het ondersteund door onderzoeksrapporten, beleidsacties en monitoring- en evaluatierapporten.

In de toelichting bij de Codextrein wordt dat als volgt geïllustreerd:

Wát concreet in het BRV moet staan, zegt de Codextrein niet. De regering krijgt daar de grootst mogelijke vrijheid. Zij moet zich enkel houden aan de principes van een goede ruimtelijk ordening. Dus aan een duurzame ruimtelijke ordening, met oog voor de ruimtelijke behoeftes van de verschillende maatschappelijke activiteiten, en met respect voor de behoeftes van de generaties na ons.

Opmaak, vaststelling en bekendmaking

De Codextrein zegt wel dat de bekrachtigde besluiten tot definitieve vaststelling van de Vlaamse strategische visie of van een Vlaams beleidskader, bij uittreksel bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad.
De strategische visie en de beleidskaders treden 14 dagen na de publicatie bij uittreksel in werking.

De Vlaamse regering zal een afschrift van de visie en beleidskaders bezorgen aan de 308 steden en gemeenten van het Vlaamse gewest, waar die documenten dan ingekeken kunnen worden door iedereen die dat wenst. De documenten zullen ook gepubliceerd worden op de website van het Departement Omgeving, samen met informatie over het cyclische planningsproces van het BRV.

De Codextrein delegeert de volledige opmaak en vaststelling van het BRV aan de Vlaamse regering. Gelukkig maar, want die is daar al vele jaren mee bezig… De Codextrein zegt enkel dat het opmaak- en vaststellingsproces ten minste de volgende stappen moet omvatten:

een raadpleging in verschillende fasen van het opmaakproces van een niet nader bepaalde ‘strategische adviesraad’, van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad), van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) en van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA);

overleg tussen de verschillende bestuursniveaus in verschillende fasen van het opmaakproces; en

raadpleging van het publiek in verschillende fasen van het opmaakproces, met inbegrip van een openbaar onderzoek over een voorlopig vastgestelde versie van de strategische visie en van elk voorlopig vastgesteld beleidskader.

Merk op dat de decreetgever niet voorziet in een verplichte raadpleging van de lokale besturen. Al kan die raadpleging wel nog opgelegd worden in het uitvoeringsbesluit.

Specifiek voor de strategische visie moet er bovendien sprake zijn van:

een voorlopige vaststelling door de Vlaamse regering;

een standpunt van het Vlaams Parlement over de voorlopig vastgestelde versie;

een definitieve vaststelling door de Vlaamse regering; én

een bekrachtiging van de definitief vastgestelde versie door het Vlaams Parlement.

Zonder parlementaire bekrachtiging kan het BRV zelf, of een herziene strategische visie van het BRV, dus niet in werking treden.

Wat de beleidskaders betreft, volstaan een voorlopige en definitieve vaststelling door de Vlaamse regering, zonder tussenkomst van het Vlaams Parlement. Immers, beleidskaders moeten zich sowieso 'schikken naar de strategische visie van het niveau in kwestie'.

Feit is dat de Vlaamse regering nog een uitvoeringsbesluit zal publiceren met de concrete stappen en een timing voor het opmaakproces. Die procedure zal dan ook van toepassing zijn bij een latere herziening van het Ruimtelijk Beleidsplan Vlaanderen.

Wat met tegenstrijdige lokale beleidsplannen?

Hoewel alle ruimtelijke beleidsplannen van de 3 bestuursniveaus - gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk - volgens de toelichting bij het ontwerp van Codextrein 'gelijkwaardig' zijn, kan de Vlaamse regering bij de definitieve vaststelling van een gewestelijk beleidskader, toch 'onderdelen van provinciale of gemeentelijke beleidskaders omschrijven of aanduiden die niet meer geldig zijn'.
Onder het RSV bestond er een gelijkaardige bepaling, maar er werd nauwelijks gebruik van gemaakt. De toelichting bij het ontwerp van Codextrein bevestigt dat: “Het is inderdaad slechts een uitzonderlijk middel. Met overleg tussen de niveaus moet de inzet van dit middel zoveel mogelijk vermeden worden.”

Wat met het huidige RSV?

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen blijft van kracht tot het wordt vervangen door het eerste Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Tot zolang blijven de richtinggevende en de bindende onderdelen van het RSV dus hun richtinggevend, respectievelijk bindend karakter behouden, moeten de ruimtelijke uitvoeringsplannen in overeenstemming zijn met die structuurplannen, en kunnen er nog nieuwe gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgesteld worden conform het RSV.

En zelfs als het BRV al gepubliceerd werd, kunnen de voorlopig vastgestelde gewestelijke rups nog definitief vastgesteld worden volgens de regels van het RSV, al moeten dan wel bepaalde voorwaarden nageleefd worden.

Het RSV verliest wel zijn hiërarchisch karakter ten opzichte van de provinciale en gemeentelijke beleidsplannen die intussen werden opgesteld en ten opzichte van de provinciale en gemeentelijke rups die worden opgesteld na de afkondiging van het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan.

Van toepassing:

Vlaams gewest.

Vanaf een datum te bepalen voor de Vlaamse regering (art. 237, eerste lid, 1°) en vanaf 30 december 2017, wat de overgangsmaatregelen (art. 214) betreft.

Wordt verwacht: uitvoeringsbesluit.

Bron: Decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving, BS 20 december 2017 (art. 23 m.b.t. de nieuwe artikels 2.1.5-2.1.7 VCRO, art. 214 en art. 237, eerste lid, 1° van de Codextrein).

imprimer