Genoeg te eten en te drinken met de btw-regels op maaltijden en drank

U bestelt schotels bij een traiteur voor een vergadering, u biedt uw klanten een ontbijt aan, u neemt een drankje aan een drankautomaat of u haalt een maaltijd af bij de Quick. Maar weet u welk btw-tarief schuilgaat achter de vermelde prijzen? Hier antwoorden we in een notendop op uw belangrijkste vragen over btw op maaltijden en drank.

Levering van goederen of dienstverrichting

Net zoals voor elke vraag op het gebied van btw, moeten we eerst zeker zijn van de kwalificatie van de handeling. Het is niet altijd gemakkelijk om uit te maken of de handeling bestaat uit een levering van goederen of uit een dienstverrichting. Er moet immers een onderscheid worden gemaakt tussen twee types van handelingen:

restaurant- en cateringdiensten

het louter leveren van bereide maaltijden en drank

Restaurant- en cateringdiensten worden gekenmerkt door een reeks van elementen en handelingen, waarvan de levering van voedsel en/of drank bestemd voor menselijk verbruik slechts een onderdeel vormt en waarbij de samenhangende diensten een ruim aandeel hebben (zie punt 44 van de circulaire van 22 december 2009). Volledigheidshalve merken we op dat:

restaurantdiensten bestaan uit het verschaffen van voedsel, al dan niet bereid, en/of drank bestemd voor menselijk verbruik, in de ruimtes van de dienstverrichter, samen met een voldoende aantal bijkomende diensten die het onmiddellijk verbruik ter plaatse mogelijk maken, terwijl

cateringdiensten dezelfde handelingen omvatten maar buiten de lokalen van de dienstverrichter.

De handeling die beperkt blijft tot de bereiding, het vervoer (facultatief) en het bezorgen van de voeding en/of de drank zonder enige bijkomende dienst, kan over het algemeen echter niet worden aangemerkt als een restaurant- of cateringdienst maar moet worden beschouwd als een gewone levering van voeding en/of drank. Dit is bijgevolg het geval voor de verkoop in de supermarkt van bereide levensmiddelen, voorverpakt of verkocht in de "versafdeling", de levering van bereide gerechten aan huis (ook door traiteurs als er geen personeel ter beschikking wordt gesteld), de verkoop via automaten of de verkoop op de openbare weg zonder dat er speciale voorzieningen zijn voor het cliënteel.

En fast food? Sommige inrichtingen verstrekken in het kader van hun werkzaamheid zowel diensten als goederen. Er moet bijgevolg aan een aantal voorwaarden worden voldaan om de loutere leveringen van goederen te kunnen onderscheiden zoals een specifieke verpakking voor de voedingsmiddelen die worden meegenomen. De inrichting moet dan kunnen aantonen dat het werkelijk gaat om verkopen om mee te nemen en hij moet ook het bedrag ervan kunnen aantonen, in het bijzonder door een aangepast kasregister.

Toepasselijk btw-tarief voor restaurant- en cateringdiensten

De restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van drank, komen vanaf 1 januari 2010 in aanmerking voor het verlaagd tarief van 12% (nieuwe rubriek I van tabel B van de bijlage bij het KB nr. 20 betreffende de btw-tarieven).
Op drank die het voorwerp uitmaakt van een dienstverrichting in de zin van artikel 18, § 1, tweede lid van het WBTW is dus, zonder onderscheid, het normaal tarief van 21% van toepassing.

Wat met niet-bereide producten? Het antwoord op de vraag of het tarief van 21% van toepassing blijft op levensmiddelen die zonder bereiding worden verstrekt (zoals chips en chocolade) en of het tarief van 12% dus alleen geldt voor zogenaamde 'bereide' gerechten, blijft nog vaag. De administratie volgt deze stelling... waarvoor echter geen wettelijke grondslag bestaat!

Wat bij een globale prijs? Als een globale prijs wordt gevraagd voor een restaurant- of cateringdienst waarbij zowel schotels als drank worden verstrekt, moet die prijs worden opgesplitst. Wil de restauranthouder of de traiteur geen opsplitsing maken, dan zal de inning alleen als geldig worden beschouwd als het geheel wordt belast tegen het hoogste btw-tarief. Dit is in casu tegen het tarief van 21% dat van toepassing is op de levering van drank in omstandigheden waar deze drank ter plaatse wordt verbruikt.

Toepasselijk btw-tarief voor loutere levering van bereide maaltijden en drank

Het louter verstrekken van bereide maaltijden en drank (d.w.z. maaltijden en drank die het voorwerp uitmaken van een levering van goederen in de zin van artikel 10 van het WBTW) wordt belast tegen het tarief dat van toepassing is op de geleverde goederen: 6% of 21%.

Voor de meeste voedingsmiddelen en drank is het verlaagd tarief van toepassing (zie KB nr. 20, tabel A, rubriek III tot X). Voor de levering van levensmiddelen die niet onder het verlaagd tarief vallen, moet het gewoon tarief van 21 % worden toegepast. Voorbeelden zijn alcoholische drank, kaviaar, langoestine, kreeft, krab, rivierkreeft en oester 

afdrukken